De marketing van de energietransitie is on point. Wat kunnen we daarvan leren?

Voor de energietransitie krijgen we in Nederland anno 2022 de handen makkelijker op elkaar dan voor de watertransitie. Zowel bij bewoners als bij bestuurders. Waardoor komt dat? En wat kunnen wij daar als watersector van leren?

Eerst maar eens een analyse van het probleem: het oude denken zit diep in ons verankerd, zo stelt Dunea-directeur Wim Drossaert aan het begin van deze laatste ronde van de dialoogtafel in de regio West. “Ons land is al eeuwen ingericht om water zo snel mogelijk naar zee te pompen. We zijn beroemd vanwege onze dijken en molens en we denken dat het hier genoeg regent. Maar dat denken moet anders. Wij weten dat, de waterschappen weten dat, maar verder is het moeilijk om hier aandacht voor te krijgen.” 

Drossaert illustreert zijn verhaal met een treffend voorbeeld. Een jaar of wat geleden zat hij in de zaal bij een congres waar een bestuurder trots vertelde dat er in Zuid-Holland 230.000 woningen bij zouden komen. “Ik stak mijn vinger op en vroeg: wat gaan die mensen drinken? Daar had die man nog nooit over nagedacht. Water is te vanzelfsprekend.” 

Zichtbare windmolens en zonnepanelen

Zonne-energie professor Wim Sinke is hoogleraar aan de UvA en werkzaam bij TNO en denkt dat de watersector veel kan leren van de energiesector. “Maar je hoeft er niet al te jaloers op zijn, want de pijngrens is bereikt als we kijken naar klimaatverandering en de beschikbaarheid van fossiele brandstoffen.” Het probleem is volgens Sinke letterlijk zichtbaar geworden door de vele windmolens en zonnepanelen die we in ons land zien. “Dat heeft het gevoel van urgentie wel aangewakkerd. Ook de consequente communicatie over het onderwerp heeft daarbij geholpen. We moeten mensen ook rondom water laten zien wat er gebeurt als we niets doen. Dan krijgen we ze misschien mee in preventief beleid.” 

Nog een voorbeeld van de onderwaardering van de urgentie. Toen er laatst in de Katwijkse wijk Valkenburg nieuwe woningen werden gebouwd heeft Drossaert geprobeerd om waterbesparende maatregelen op de agenda te krijgen. “Projectontwikkelaars deden niet mee. In Den Haag wilden ze geen subsidies geven zoals ze bij de energietransitie wel doen, want het leek hen niet noodzakelijk. Wij krijgen het niet voor elkaar om die urgentie over de nabije toekomst op scherp te krijgen.” 

 

Wim Drossaert, CEO Dunea

Wim Drossaert, CEO Dunea

Wim Sinke, hoogleraar UvA en zonne-energie-expert TNO

Wim Sinke, hoogleraar UvA en zonne-energie-expert TNO

Alex Kaat, zelfstandig adviseur public affairs op het terrein van de energietransitie

Alex Kaat, zelfstandig adviseur public affairs op het terrein van de energietransitie

Keiharde zichtbaarheid

Alex Kaat werkte jarenlang in beide sectoren en werkt nu als zelfstandig adviseur public affairs op het terrein van de energietransitie. Hij ziet de verschillen tussen beide sectoren. “Het klimaatprobleem is 50 graden in India, is 200 gedupeerden in Nederland, Duitsland en België bij de overstromingen vorige zomer. Dat is keihard. Het waterprobleem, tja. We horen dat gasten in hotels in Zuid-Afrika een zandloper meekrijgen in de douche. Ik heb thuis ook een zandloper, maar dat is vooral vanwege de aardgaskosten per douchebeurt: zo’n 1,50 euro.”

Dat is precies het lastige aan de huidige situatie zegt Drossaert. Er zijn nu geen tekorten, de problemen komen in de nabije toekomst. “Wij moeten nu in discussie gaan met bestuurders en bedrijven om uit te leggen dat we geen geothermie-experimenten rondom ons drinkwater willen, omdat bronnen daarmee voorgoed vervuild kunnen worden. Ik wil dat wij die discussie helemaal niet hoeven voeren, ik wil dat wij beschermd worden.” 

Er is geen gebrek aan duurzame-energiepotentie...

Meeliften

Sinke ziet ook overeenkomsten. Zowel de water- als de energiesector kampen met de variaties in aanbod. “Er is geen gebrek aan duurzame-energiepotentie, de uitdaging is om het goed te bufferen vanwege de fluctuaties in aanbod en ervoor zorgen dat het op de juiste plaats terechtkomt. Bij water speelt datzelfde. De sector kan misschien meeliften op de vaart van de energietransitie, die net als de watertransitie ook gaat over landschapskwaliteit en biodiversiteit.”

De tafelgenoten zijn het eens. We hebben geen verre toekomstverhalen nodig, maar concrete verhalen en beelden die kunnen helpen om de urgentie van de uitdaging te agenderen. Kaat: “Ik was niet zo lang geleden in Jordanië waar om elf uur ’s ochtends de kraan dicht ging. De rest van de dag zoek je zelf maar uit hoe je aan je water komt. Als dat het perspectief is van niets doen, vind ik dat behoorlijk alarmistisch. Dat moeten we zien over te brengen.”