Waterkwaliteit, een zaak van ons allemaal

Door vervuiling staat een groot deel van onze drinkwaterbronnen onder druk. Dat lossen we niet op door te gaan vingerwijzen, maar wel door met elkaar in gesprek te gaan en de handen uit de mouwen te steken. In Drenthe is daarvoor alvast voldoende animo.

Toen Leo Hendriks een jaar of vijf geleden directeur werd van WMD dacht hij: dit wordt een eitje. Het grondwater in Drenthe is hartstikke schoon. “Helaas kwam ik er al snel achter dat die aanname niet klopte”, vertelt hij aan de dialoogtafel regio Noord-Oost in het Groningse Glimmen. “Het aantal bestrijdingsmiddelen in het grondwater is bijna geëxplodeerd, het water is een cocktail van stoffen uit de industrie en de landbouw.”

De stoffen die we nu aantreffen in het grondwater zijn verontreinigingen van zo’n veertig jaar geleden, legt Hendriks uit. “Ook nu gebruiken we nog bestrijdingsmiddelen, mest en kunstmest, dat komt uiteindelijk in onze bronnen terecht. Wanneer we ze tegen gaan komen is onvoorspelbaar. Maar in Nederland zijn er genoeg voorbeelden van waterwinningen die om deze reden gesloten zijn.”

Reinder Hoekstra, directeur van de Natuur- en Milieufederatie Drenthe erkent het probleem. “Hoewel veel stoffen inmiddels zijn verboden, zijn de microverontreinigingen veel heviger geworden en van het effect van metabolieten en afbraakproducten weten we nog weinig. Eigenlijk schrik ik ervan dat we dit verhaal nog steeds moeten vertellen.” 

We vinden met de technologie van nu de kwaliteit hiervan misschien helemaal niet zo goed, maar in 1995 vonden we dit fantastische kwaliteit.

Fantastische kwaliteit

Maar, zegt Roelof Oosting, akkerbouwer en namens de VVD lid van de Provinciale Staten van Drenthe, we moeten alles wel in zijn tijd zien. “Wat we nu gebruiken aan bestrijdingsmiddelen is heel anders dan veertig jaar geleden en veel grondwaterwingebieden zijn tegenwoordig beschermd gebied.” Hij houdt het glas water voor hem omhoog. “We vinden met de technologie van nu de kwaliteit hiervan misschien helemaal niet zo goed, maar in 1995 vonden we dit fantastische kwaliteit.”

Oosting vindt dat er als we het hebben over bodemverontreiniging vaak wel heel makkelijk naar landbouw wordt gewezen. “Terwijl lang niet alle chemische middelen afkomstig zijn van de landbouw. Wij zijn alleen het meest zichtbaar in de omgeving. Wat er achter de hekken bij een industrieel bedrijf gebeurt weten we niet.” Hendriks begrijpt het dilemma van de akkerbouwer. “Veel bestrijdingsmiddelen die we in het grondwater vinden komen van de landbouw en die zijn echt ongezond. Maar ik begrijp dat het lastig is: agrariërs hebben die stoffen nodig om te kunnen produceren.” 

 

Leo Hendriks, directeur WMD

Leo Hendriks, directeur WMD
Door: Live Magazines

Reinder Hoekstra, directeur van de Natuur- en Milieufederatie Drenthe

Reinder Hoekstra

Roelof Oosting, akkerbouwer en namens de VVD lid van de Provinciale Staten van Drenthe

Roelof Oosting, akkerbouwer en namens de VVD lid van de Provinciale Staten van Drenthe

Aanpassing bedrijfsvoering

Tegelijkertijd vindt Hoekstra dat landbouworganisaties behoorlijk scherp aan de wind zeilen. “Wat de grond niet in gaat, hoeven we er ook niet uit te halen. Tweederde van onze grond is bestemd voor landbouw en onze zandgrond laat nu eenmaal snel stoffen door. Daarom pleiten wij voor een andere ruimtelijke schakering, een wateragenda waarmee we de bakens verzetten. Dat betekent niet dat boeren weg moeten, maar wel dat we gangbare bedrijfsvoering moeten gaan aanpassen. Daar willen we ook bij helpen.” 

Wat de grond niet in gaat, hoeven we er ook niet uit te halen.

Oosting is nog niet direct overtuigd. “Landbouw is de productie van ons dagelijks brood en we wonen in een dichtbevolkt land, dus ik weet niet of we de huidige landbouw wel zo veel moeten aanpassen. Een boer moet het doen met het geld dat hij voor zijn producten krijgt en als hij extensief gaat boeren wordt het duurder. Dat zien we nu ook al door de oorlog in Oekraïne: als de balans verstoord raakt zien we dat direct in de prijs. Schoon drinkwater is in het belang van iedereen, daar willen boeren en wij als VVD-fractie natuurlijk ook aan bijdragen. Maar iedereen moet water bij de wijn doen. Daarom zijn dit soort gesprekken zo belangrijk.” 

Ambassadeursgroep

En met dat laatste zijn ook Hoekstra en Hendriks het eens. Er is dialoog nodig, ook om ervoor te zorgen dat niet alleen drinkwaterbedrijven met de problemen worden opgezadeld. Hoekstra: “We moeten met elkaar een ambassadeursgroep vormen.” 

Toekomst van ons drinkwater ronde 2